Regeldagen bij baby’s vallen meestal samen met groeispurts en groei- of mentale sprongen. De meeste baby’s hebben deze regeldagen rond specifieke periodes: ongeveer rond 10 dagen na de geboorte, rond 3 weken, rond 6 weken, rond 3 maanden en rond 6 maanden. Tijdens deze periodes hebben veel baby’s vaker honger, huilen ze meer en kunnen ze onrustiger zijn, wat vaak samen gaat met een tijdelijk toegenomen melkbehoefte. De duur van een regeldag is meestal kort, maar kan variëren van 1 tot 3 dagen en soms wat langer, afhankelijk van de intensiteit van de groeispurt. Context en wat dit betekent voor ouders:
- Verwachtingspunten: bereid zijn op vaker voeden gedurende korte periodes, vooral in de ochtend en avond, en mogelijk ook vroeg in de nacht.
- Melkproductie: vaker aanleggen kan helpen bij het op gang houden van de melkproductie en het verminderen van gevoelde spanning in de borsten.
- Rust en comfort: extra knuffelen, huid-op-huid contact en proberen te rusten wanneer mogelijk kan helpen bij zowel moeder als baby.
- Let op signalen: ondanks regeldagen blijft elke baby uniek; veranderingen in eet- of slaapritme kunnen ook andere oorzaken hebben.
Als je merkt dat regeldagen langer duren dan gemiddeld, of als de baby extreme onrust, weinig natte luiers of weigeren van voeding vertoont, is het verstandig contact op te nemen met een zorgverlener voor advies.
