Borstonderzoek wordt in Nederland aan vrouwen tussen 50 en 75 jaar aangeboden via het bevolkingsonderzoek borstkanker. Dit onderzoek vindt doorgaans elke twee jaar plaats. Vrouwen krijgen automatisch een uitnodiging om deel te nemen en hoeven hier zelf niet voor te bellen. Voor vrouwen jonger dan 50 jaar wordt borstkankeropsporing via mammografie niet aangeraden vanwege lagere incidentie, minder doeltreffendheid door dicht borstweefsel, en de nadelen van röntgenstralen. Vanaf 70 jaar wegen de nadelen vaak meer dan de voordelen van screening, maar het is mogelijk om in overleg met de arts deel te nemen. Daarnaast is er borstzelfonderzoek, wat vrouwen helpt om veranderingen in de borst te herkennen. Er is geen vaste frequentie waarmee dit moet gebeuren, en te vaak controleren kan zelfs leiden tot onnodige stress en onderzoeken. Het beste moment om zelf je borsten te controleren is in de week na je menstruatie, wanneer de borsten het minst gevoelig zijn. Samengevat:
- Bevolkingsonderzoek mammografie: elke 2 jaar voor vrouwen van 50 tot 75 jaar.
- Borstzelfonderzoek: geen vaste frequentie, maar regelmatig is aan te raden om veranderingen te leren herkennen.
- Bij klachten op elk moment contact opnemen met de huisarts.
Deze richtlijnen volgen Europese en Nederlandse aanbevelingen voor borstkankeropsporing en voorkomen onnodige blootstelling en overdiagnostiek.
