De frequentie waarmee gras gemaaid moet worden, hangt vooral af van het seizoen, de groeisnelheid van het gras, en het type gazon (sier-, speelgazon of schaduwgazon). Over het algemeen wordt aangeraden om:
- In maart te starten met maaien om de twee weken.
- In april ongeveer eens per 10 dagen te maaien.
- Tussen mei en augustus minimaal één à twee keer per week te maaien, afhankelijk van hoe snel het gras groeit.
- In september weer terug te gaan naar ongeveer eens per 10 dagen maaien.
- In de koudere maanden (vanaf november) alleen te maaien bij zacht weer.
Het is belangrijk niet meer dan één derde van de graslengte in één keer af te maaien (de ⅓ regel) om het gras gezond te houden. Het gras mag meestal niet korter dan 3 à 4 cm gemaaid worden; bij intensief gebruik van het gazon kan dit iets hoger zijn (4 à 5 cm), en in de schaduw mag het gras zelfs langer blijven (tot circa 7 cm). Door regelmatig te maaien wordt het gras dikker, gelijkmatiger, en krijgt onkruid minder kans. Varieer ook in de maairichting om te voorkomen dat de grassprieten plat gaan liggen. Maai bij voorkeur niet als het gras nat is of bij zeer heet weer, en niet korter dan 4 cm om mosvorming te voorkomen.
Samengevat, tijdens het groeiseizoen (lente en zomer) is 1 tot 2 keer per week maaien normaal, minder vaak in het vroege voorjaar en na de zomer, en bijna niet in de winter.