Een hond moet gemiddeld vier keer per jaar ontwormd worden, wat betekent om de drie maanden. Dit geldt voor volwassen honden zonder specifieke klachten of risicofactoren. Voor pups is ontwormen intensiever: vanaf twee weken oud elke twee weken tot twee weken na het spenen en daarna maandelijks tot zes maanden leeftijd. Honden met een hoger risico, zoals jachthonden, honden die rauw vlees eten, of honden die mee op vakantie gaan, moeten mogelijk vaker ontwormd worden. Ook is het verstandig om te ontwormen als wormen zichtbaar zijn in braaksel of ontlasting, of als de hond contact heeft gehad met besmette dieren of een hondenpension heeft bezocht.
Advies ontwormfrequentie op leeftijd en risico
- Pups (2-8 weken) : elke 2 weken ontwormen tot 2 weken na spenen, daarna maandelijks tot zes maanden.
- Jonge honden (8 weken - 6 maanden) : maandelijks ontwormen.
- Volwassen honden ( >6 maanden): vier keer per jaar (elke drie maanden).
- Honden met verhoogd risico : vaker ontwormen, bijvoorbeeld maandelijks bij jachthonden.
Extra situaties voor ontwormen
- Na contact met wilde dieren of besmette honden.
- Na een verblijf in een hondenpension.
- Bij reizen naar het buitenland.
- Bij het zien van wormen in ontlasting of braaksel.
- Bij een vlooienbesmetting (vlooien kunnen lintwormen overdragen).
Ontwormen kan via tabletten, pasta's of spot-on druppels, waarbij het gewicht van de hond belangrijk is voor de juiste dosering.