Het wordt in Nederland aangeraden om een uitstrijkje baarmoederhalskanker te laten volgens een leeftijdsschema:
- Tussen 25 en 29 jaar volstaat één uitstrijkje om de drie jaar als er geen klachten of afwijkingen zijn.
- Tussen 30 en 64 jaar is een uitstrijkje om de vijf jaar voldoende bij afwezigheid van afwijkingen. In deze leeftijdsgroep wordt het uitstrijkje ook getest op HPV, wat zeer gevoelig is en een langere screeninginterval mogelijk maakt.
- Vanaf 60 jaar wordt meestal niet meer standaard gescreend tenzij er bij het laatste uitstrijkje HPV is gevonden; dan kan een extra onderzoek na 5 jaar volgen.
- In Nederland krijgen vrouwen uitnodigingen voor een uitstrijkje op de leeftijden 30, 35, 40, 50 en 60 jaar. Eventueel ook op 45, 55 en 65 jaar, afhankelijk van eerdere uitslagen.
- Bij afwijkende uitslagen kan een vervolgonderzoek na 6 weken of 12 maanden plaatsvinden.
Het doel van deze frequentie is om baarmoederhalskanker tijdig op te sporen en te behandelen voordat het zich ontwikkelt, gezien het meestal 10 tot 15 jaar duurt voordat kanker ontstaat. Bij klachten of zorgen wordt altijd aangeraden eerder contact op te nemen met de huisarts.
Kortom, als je tussen 30 en 64 jaar bent, wordt een uitstrijkje elke vijf jaar aanbevolen, tenzij er specifieke redenen zijn voor vaker testen. Tussen 25 en 29 jaar is om de drie jaar voldoende. Na 60 jaar meestal niet meer standaard tenzij HPV-positief. [hoe vaak uitstrijkje](javascript:void(0)) betekent dus "how often to have a smear test" in het Nederlands.
