Black Friday heet zo omdat het oorspronkelijk een “zwarte” dag was voor de politie en het stadsverkeer, door de enorme drukte in de Amerikaanse steden op de dag na Thanksgiving.
Oorsprong van de naam
In de jaren 50–60 gebruikten politieagenten in Philadelphia de term “Black Friday” voor de chaos, files en mensenmassa’s die ontstonden doordat veel mensen tegelijk kwamen winkelen en voor een groot football‑wedstrijdweekend in de stad waren. Vanuit die lokale bijnaam is de term over de rest van de VS en later de wereld verspreid voor de grote koopjesdag na Thanksgiving.
Andere uitleg over “zwart”
Later is er een tweede, positiever verhaal populair geworden: winkels zouden het hele jaar “in het rood” staan en dankzij de hoge omzetten op deze vrijdag weer “zwarte cijfers” (winst) gaan schrijven. Die financiële uitleg is vooral een marketingverhaal achteraf, maar heeft er wel aan bijgedragen dat “Black Friday” nu vooral met koopjes en winst wordt geassocieerd in plaats van met chaos.
