Voor de Tweede Kamer in Nederland geldt dat de zogenaamde kiesdeler bepaalt hoeveel stemmen nodig zijn voor het behalen van 1 zetel. De kiesdeler wordt berekend door het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen te delen door het aantal beschikbare zetels, dat zijn er 150. Een concreet voorbeeld: als er 7,5 miljoen geldige stemmen zijn, dan is de kiesdeler 7.500.000 gedeeld door 150, wat neerkomt op 50.000 stemmen per zetel. Dit betekent dat een partij voor elke 50.000 stemmen één zetel in de Tweede Kamer krijgt. De kiesdeler ligt meestal tussen de 60.000 en 70.000 stemmen, afhankelijk van het totaal aantal uitgebrachte stemmen bij de verkiezingen. Kortom, het aantal stemmen dat nodig is voor één zetel in de Tweede Kamer is ongeveer het totaal aantal geldige stemmen gedeeld door 150, gewoonlijk ergens rond de 60.000 à 70.000 stemmen.
