Korte kernantwoord: Mistlichten mag je gebruiken afhankelijk van het zicht. Voor- mistverlichting gebruik je als het zicht minder dan ongeveer 200 meter is door mist, sneeuw of regen; achterste mistverlichting zet je aan bij minder dan ongeveer 100 meter zicht door mist of sneeuwval. Blijf de mistlichten uitschakelen in andere omstandigheden, en schakel ze uit zodra de zichtomstandigheden normaliseren om boetes en verblinding te voorkomen. Details en praktische richtlijnen
- Voorste mistlichten
- Doel: het nabijgelegen weggedeelte verlichten en zo het zicht voor jezelf verbeteren.
- Wanneer aan: als het zicht ernstig beperkt is (bijna altijd bij mist, maar ook bij zware regen of sneeuwval). Het is niet verplicht in alle omstandigheden; gebruik bij beperkt zicht en niet als er geen sprake is van mist/sneeuw/ernstige regen.
- Let op: in sommige regels kan het gebruik beperkt of verboden zijn wanneer de overige verlichting voldoende is en de mistlichten niet nodig zijn. Schakel ze uit bij heldere zichtomstandigheden om andere weggebruikers niet te verblinden.
- Achterste mistlamp
- Doel: de achterliggende weggebruikers beter waarnemen bij slecht zicht.
- Wanneer aan: bij zicht minder dan ongeveer 100 meter door mist of sneeuwval; bij hevige regenval kan het soms verboden of afgeraden zijn afhankelijk van de lokale regelgeving.
- Algemene tip
- Houd rekening met de lokale verkeersregels die soms extra specificaties geven over wanneer zichtmeters moeten worden gehanteerd en wanneer mistlichten wel of niet mogen worden gebruikt.
- Verleg je aandacht naar het terugschakelen naar normale verlichting zodra de omstandigheden verbeteren om boetes en onnodige verblinding te voorkomen.
Als je wilt, kan ik de exacte regels voor jouw land of regio controleren en de meest recente officiƫle richtlijnen samenvatten.
